Wat maakt dat deze vier routes bestaan?
‘We zien dat artsen continu het gevoel hebben te moeten balanceren tussen vijf doelen. Ze willen:
- de wet volgen
- de wens van de potentiële donor vervullen
- consensus met de nabestaanden te bereiken
- nabestaanden ruimte geven voor optimale rouwverwerking
- bijdragen aan donorweefsel en -organen voor patiënten
Dit balanceren maakt het donatiegesprek complex en daardoor bewandelen artsen verschillende routes.
Wat zijn gespreksalternatieven of handvatten voor artsen?
‘Artsen kunnen bij een 'geen bezwaar'-registratie zeggen: ‘Volgens de nieuwe donorwet is uw dierbare donor. Er staat een toestemming in het Donorregister op basis van 'geen bezwaar'. Dat wil ik graag met u bespreken.’ Artsen ervaren hierbij steun van de nieuwe donorwet. Het is goed om dan een stilte te laten vallen en de reactie af te wachten van de familie. Ons onderzoek is overigens uitgevoerd kort na de invoering van de nieuwe wet. Veel artsen waren nog ongetraind en onervaren met de ‘geen bezwaar’-gesprekken. We adviseren artsen daarom ook om deel te nemen aan scholing.'
Waarom is het advies om de familie-toestemmingsroute te vermijden?
‘De familie-toestemmingsroute wordt, net zoals de consensusroute‘, veel gebruikt als de familie niet op de hoogte is van de toestemming op basis van 'geen bezwaar'-registratie. We adviseren artsen dringend die route te vermijden, want voor de familie blijkt het belastend om de keuze te moeten maken. Bovendien staat het besluit van de donor al in het Donorregister.’
In hoeverre spelen meningen of voorkeuren van artsen een rol?
‘Die hebben we beschreven in de studie. Elke arts heeft inderdaad een individueel vertrekpunt. Van invloed zijn bijvoorbeeld persoonlijke overwegingen over donatie en de donorwet. Daarnaast spelen eerdere ervaringen van de arts met de familie mee. Mogelijk zijn dan hun opvattingen en gevoelens over donatie bij de arts bekend of beter in te schatten. Ook is de specifieke werkcontext van de arts van invloed, zoals gespreksvoorbereiding of voorkennis, en ervaring met het voeren van donatiegesprekken.’
Lukt het in de praktijk om te voldoen aan de Kwaliteitsstandaard Donatie?
‘De kwaliteitsstandaard beoogt uniforme gesprekken. Dit blijkt in de praktijk niet mogelijk en niet wenselijk. Elke arts en familie is anders en daarom ook elk donatiegesprek. We adviseren artsen wel om met elkaar te praten over het toepassen van de donorwet in de praktijk. Het is goed als ze meekijken en leren van elkaar, bijvoorbeeld wat de woordkeuze voor invloed heeft. Daarnaast stimuleren we reflectie op eigen handelen en gespreksvoering. En verder is het goed om gespreksroutes in trainingen te verwerken en te oefenen, met uitzondering van de familie-toestemmingsroute.
Lees ook: Tips voor het donatiegesprek
Kan publieksvoorlichting helpen?
'Publieksvoorlichting over het bespreken van de keuze in het Donorregister is belangrijk. In oktober houdt de NTS de Week van het Donorgesprek. In een publiekscampagne stimuleert de NTS dat mensen binnen een familie van elkaars besluit op de hoogte zijn. Het is goed om van elkaars registratie te weten, dan lopen de donatiegesprekken soepeler voor artsen en familieleden. Maar ook kennis van de donatieprocedure is van belang. Familieleden zijn emotioneel en verwachten misschien niet dat het donatieproces bijvoorbeeld 24 uur of langer kan duren. Het scheelt als ze die informatie vooraf hebben.’
Komen er uit het onderzoek ook adviezen voor de overheid?
‘Zeker. Campagnes zijn nu vooral gefocust op registratie. De communicatie mag wat ons betreft wat creatiever en meer gericht op de procedure van donatie.’