DCD-hartdonatie in Nederland: een nationaal succes

24 augustus 2023

Ruim twee jaar geleden vond in Nederland de eerste harttransplantatie afkomstig van een DCD-donor plaats. Hartdonatie bij DCD-donoren heeft veel extra transplantaties opgeleverd, waarbij de resultaten minstens zo goed zijn als bij de klassieke hartdonatie van DBD-donoren. Transplantatie-artsen prijzen de hechte samenwerking tussen de verschillende centra en de efficiënte implementatie van de nieuwe techniek.

Tekst: Michiel Hordijk

Olivier Manintveld is cardioloog in het Erasmus MC. Samen met collega’s uit het UMC Utrecht en het UMC Groningen vormde hij de projectgroep die de DCD-methode in Nederland introduceerde. 

Manintveld: 'We hielden de ontwikkeling rond DCD-donatie al jaren in de gaten. Er is al jaren een tekort aan donorharten. Hierdoor overlijdt 1 op de 7 mensen op de hartwachtlijst. Omdat de getallen van de klassieke hersendode hartdonoren maar bleven teruglopen, moesten we in actie komen.’

Verschillen DBD en DCD

Manintveld: 'Bij een DCD-procedure (Donation after Circulatory Death) treedt er een circulatiestilstand op. Na een ‘no touch’-periode van vijf minuten wordt de dood vastgesteld. Het hart wordt uitgenomen en in een machine geplaatst. In de machine gaat het hart na toevoer van zuurstof en bloed weer kloppen. Op die manier kan het hart maximaal acht uur bewaard worden, voordat het wordt getransplanteerd.

Bij de klassieke DBD-donoren (Donation after Brain Death) is de persoon hersendood verklaard. Het hart wordt gecontroleerd stilgelegd, waarna het in ijs wordt verpakt en maximaal vier uur bewaard kan worden. Doordat het hart bij DBD-donatie op ijs geen zuurstof of voedingsstoffen meer krijgt, treedt er sneller schade aan de hartcellen op. Bij DCD-donatie heeft de chirurg meer rust en tijd om de operatie uit te voeren, omdat het hart op de perfusiemachine is beschermd.’

Training

Aanvankelijk zouden de transplantatie-artsen, die de nieuwe methode gingen gebruiken, in Boston een training volgen van de fabrikant van de perfusiemachine. De coronapandemie gooide echter roet in het eten. ‘Gelukkig konden we de training alsnog in het Erasmus MC volgen,’ vertelt dr. Niels van der Kaaij, hart-longchirurg in het UMC Utrecht en één van de drie transplantatie-artsen die het project opstartten.

Foto van Olivier Manintveld
Olivier Manintveld

Nationaal protocol

Niels van der Kaaij: ‘Samen met de NTS en Eurotransplant stelden we een nationaal protocol op. Alle mensen op de wachtlijst voor een donorhart werd gevraagd of ze ook een hart volgens de nieuwe methode wilden ontvangen. Vervolgens hebben we centrum-overstijgend gewerkt. We hebben het algemeen belang van de patiënt centraal gesteld: de procedures werden uitgevoerd op de volgorde van de nationale wachtlijst.’

Snelle leercurve

Een efficiënte samenwerking zorgde ervoor dat de introductie van de nieuwe methode zo soepel mogelijk ging. Van der Kaaij: ‘Je wilt voorkomen dat elk centrum door dezelfde leercurve heen moet. Om niet meerdere keren dezelfde fouten te maken, hebben we zoveel mogelijk samen ervaring opgedaan. Wanneer een team van het ene centrum een uitname volgens de DCD-hartdonatieprocedure deed, ging er een team van een ander centrum mee om te observeren en te leren. Daarnaast hebben de centra onderling data en casuïstiek op een open en opbouwende wijze met elkaar besproken. Dat was een bijzondere samenwerking, waarbij de coördinerende rol van de NTS ook erg belangrijk was.'

Foto van Niels van der Kaaij
Niels van der Kaaij

Groot potentieel DCD-donoren

Na bezoek aan een symposium in het Verenigd Koninkrijk, waar men al eerder met DCD-hartdonatieprocedures was gestart, besluit de projectgroep om te inventariseren of de methode in Nederland ingevoerd kan worden. ‘Er bleek een groot potentieel voor DCD-donoren in Nederland te zijn,’ aldus Manintveld.

Subsidie VWS

‘In 2018 vond er een nationaal symposium plaats waar naast transplantatie-artsen ook intensivisten, de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) en het ministerie van VWS aan meededen. Er volgde intensief overleg over onder meer de precieze operatiemethode, de financiering en de protocollen. VWS zegde in 2020 subsidie toe en daarmee kon DCD-hartdonatie starten.’

In Nederland is 50% van de hartdonoren op dit moment DCD-donor

Michiel Erasmus

Goede resultaten

Al snel na invoering van de nieuwe DCD-hartdonatieprocedure, bleken de Nederlandse resultaten bemoedigend te zijn. ‘In Nederland is vijftig procent van de hartdonoren op dit moment een DCD-donor, vertelt dr. Michiel Erasmus, hart-longchirurg in het UMC Groningen en de derde transplantatie-arts uit de projectgroep. ‘De uitkomsten na DCD-donatie zijn minstens zo goed als bij de DBD-methode. Bovendien resulteert het in meer transplantaties.’ In de afgelopen twee jaar zijn er dankzij de nieuwe methode in totaal 57 extra harttransplantaties uitgevoerd (cijfers juli 2023 - bekijk actuele cijfers).

Effect op de wachtlijst

Erasmus: ‘Tot en met juni hebben we dit jaar bijvoorbeeld al 30 harttransplantaties in Nederland uitgevoerd, terwijl de norm jarenlang 40 per jaar was. Als we dit jaar tegen de 60 harttransplantaties uit kunnen voeren, hebben we dat getal in 2023 ruimschoots overschreden. Dan zien we hopelijk ook een afname van het aantal mensen op de wachtlijst en van het aantal mensen dat overlijdt voordat er een geschikt donorhart beschikbaar komt. We zien nu al een stabilisatie van het aantal mensen op de wachtlijst, terwijl deze de afgelopen jaren alleen maar groeide.’

Foto van Michiel Erasmus
Michiel Erasmus

Blik op de toekomst

Hoewel de resultaten van de DCD-hartdonatieprocedure nu al erg goed zijn, stellen de transplantatie-artsen dat er nog steeds verbeterslagen te maken zijn. ‘Ik denk hierbij onder meer aan de logistieke procedure,’ aldus Erasmus. ‘Het plaatsen van een hart van een DCD-donor op de perfusiemachine kost nu vrij veel geld en er is veel personeel bij betrokken. Misschien komen er in de toekomst ook andere perfusiemachines op de markt, waardoor het nog efficiënter kan.’

Manintveld wijst in dit kader op donorherkenning: ‘We zijn in Nederland al vrij proactief met donatie bezig, maar het kan altijd beter. De DCD-hartdonatieprocedure kan nog beter toegelicht worden in de orgaandonatieketen, waardoor we nog meer potentiële donoren kunnen identificeren. Ook zouden we de criteria waaraan donorharten moeten voldoen kunnen aanpassen, bijvoorbeeld door de leeftijdsgrens van potentiële DCD-donoren te verhogen. Hierdoor zouden nog meer harten beschikbaar kunnen komen voor een DCD-transplantatie.’

Dankzij de DCD-methode kunnen we in de toekomst hopelijk steeds meer maatwerk leveren

Niels van der Kaaij

Meer keuzes voor patiënten

Van der Kaaij stelt tenslotte dat er dankzij de nieuwe methode in de toekomst meer keuzes gemaakt kunnen worden. ‘Sommige patiënten zijn misschien beter af wanneer ze eerst een steunhart ontvangen, terwijl andere patiënten juist meteen een donorhart moeten krijgen. Omdat het aantal donorharten in het verleden zo laag was, hadden we deze keuzemogelijkheden vroeger nauwelijks. Dankzij de DCD-hartdonoren kunnen we in de toekomst hopelijk steeds meer maatwerk leveren.'

Lees ook het nieuwsbericht

Meer artikelen uit Transparant lezen?

Dit is een bewerking van een artikel uit Transparant Magazine 92 (auteur Raymon Heemskerk). Blader hier de laatste editie door. Wil je Transparant altijd thuis, op je werk of in je mailbox? Meld je dan hier aan!

> Aanmelden Transparant

Meer ervaringsverhalen lezen

'Met het kindprotocol heb je snel alle feiten op een rijtje'

Nikki Duijst is orgaandonatiecoördinator in het UMCG Groningen. Net na haar inwerkperiode kreeg ze te maken met een orgaandonatie bij een kind. Ze vond het fijn om dan het protocol Kind als donor … Lees verder

‘Een donatie bij een kind is altijd extra emotioneel’

Marjan Bijmolen is orgaandonatiecoördinator (ODC) in het UMCG in Groningen. Als een patiënt op de intensive care snel komt te overlijden, overlegt de arts met een ODC of dit mogelijk een orgaandonor … Lees verder

'Apart protocol voor kinderen is heel waardevol'

Er is behoefte aan een apart protocol voor donatie bij kinderen, zag Marion Siebelink enkele jaren geleden tijdens haar promotieonderzoek. Zij nam het initiatief tot het protocol Kind als donor … Lees verder