‘Eigenlijk was ik altijd gezond. Een kniehechting op m’n elfde was zo’n beetje het ernstigste wat mij was overkomen. Maar toen kreeg ik in 2014 de rekening van mijn verleden als zware roker: de diagnose COPD en longemfyseem. Later moest ik aan de zuurstof en kwam ik steeds minder buiten. Confronterend, want ik maakte altijd verre reizen en was een enthousiaste wintersporter. Maar langzamerhand kon ik zo weinig meer dat ik zelfs de notaris bezocht om mijn erfenis en crematie vast te leggen …'
Er is een uitweg
Toen ik in 2015 een paar keer werd opgenomen vanwege ernstige longaanvallen, heb ik met mijn longarts gesproken over transplantatiemogelijkheden. Twee jaar later kwam ik op de wachtlijst. Ook al belandde ik ergens onderaan, mij gaf het een energie-boost omdat ik voelde: er is een uitweg! Al binnen twee maanden werd ik ’s nachts uit mijn bed gebeld: er waren longen beschikbaar. Toen ik op de operatietafel lag, besliste de chirurg helaas dat deze donorlongen niet voldeden. Drie maanden later gebeurde dit nogmaals, maar in mei 2018 kon de transplantatie gelukkig doorgaan.'
Zwaar jaar
'Na zeven weken was ik weer thuis. Daar zag ik mijn zuurstofapparatuur staan. Dat die er nog was, gaf me zekerheid, maar ik heb die nooit meer nodig gehad. Desondanks wachtte mij een zwaar jaar waarin ik opnieuw goed moest leren ademen. Ik kreeg bovendien afstotingsverschijnselen, infecties, tijdelijk diabetes en ik had een overgevoeligheid voor bepaalde antibiotica.'
Dankbaar
Gelukkig knapte ik op. De dagen waarop ik zelf weer plantjes kon poten, voor het eerst weer naar de schouwburg ging en een e-bike kocht, voelden als een groot feest! Ook vind ik het geweldig dat ik als NTS-vrijwilliger nu voorlichting kan geven bij scholen en verenigingen.
Eigenlijk vier ik dagelijks mijn transplantatie. De drie transplantatie-“verjaardagen” zelf vier ik niet, maar op die data gedenk ik dankbaar de donoren.’