Op de wachtlijst voor een levertransplantatie
Denice is geboren met een zeldzame aandoening galgangatresie, een afwijking waarbij de galwegen niet goed zijn aangelegd. Door deze aandoening hopen de afvalstoffen zich op in de lever, met klachten als geelzucht en jeuk tot gevolg. “Tot mijn dertigste heb ik veel geluk gehad. Behalve jeuk had ik niet heel veel last. Ik heb wel een zware zwangerschap gehad, mijn zoontje is met 28 weken geboren.” In het najaar van 2016 voelt ze zich veel slechter, na een vakantie waarbij ze een bacterie opliep. “Ik was hartstikke moe en voelde dat mijn gezondheid achteruitging. Een paar maanden later zette mijn arts me op de wachtlijst voor een levertransplantatie. Het is maar goed dat ik toen niet wist dat het nog 3,5 jaar zou duren.'
Zware jaren
Het waren zware jaren: de jeuk was ondraaglijk. 'Ze zeggen dat pijn erg is, maar van jeuk word je ook knettergek. En ik had geen energie om te werken, voor mijn zoontje te zorgen of het huishouden te doen. Het grootste deel van de dag lag ik op bed of op de bank. Ik kon mijn zoontje vaak niet eens naar school brengen, zo moe was ik. Ik kreeg hulp van de thuiszorg,want op sommige dagen kon ik mezelf niet eens aankleden.'
Levertransplantatie tijdens lockdown
De transplantatie vond plaats tijdens de lockdown. 'Ik moest, voordat ik het orgaan kreeg, een coronatest doen. Dat was echt spannend. Bij een positieve test zou de transplantatie niet doorgaan. Maar gelukkig ging het goed. Door de transplantatie kan ik mijn leven als jonge moeder weer oppakken. Ik voel me herboren. Ik heb nu meer energie dan mijn man.'
Transplantatieverjaardag vieren
Voor haar eerste transplantatieverjaardag liet ze de bakker een verjaardagstaart maken met een cartoon van een vrolijk lachende lever erop en één kaarsje. 'Ik had eigenlijk een feest willen geven voor familie en vrienden, maar dat kon niet door corona. Uiteindelijk heb ik het vooral met mijn gezin en ouders gevierd. Dát ik mijn transplantatieverjaardag wilde vieren, stond vast. Alles is anders sinds die dag. Ik krijg weer kippenvel als ik erover praat.'