Na de transplantatie
Een transplantatie is een zware operatie. Het kost tijd om daarvan te herstellen en het kan enkele maanden duren voordat je weer helemaal de oude bent. Toch voelen veel mensen snel een groot verschil met vóór de transplantatie: hun conditie is beter en ze kunnen weer dingen doen die lange tijd onmogelijk waren. In de eerste weken kom je regelmatig op controle. Als het goed met je gaat, hoef je na een tijd nog maar enkele keren op controle te komen.
Afstotingsmedicijn
Om te voorkomen dat jouw lichaam de nieuwe alvleesklier afstoot, krijg je afstotingsmedicijnen. Dit zijn vaak veel medicijnen die je meerdere keren per dag moet innemen. Dat kan zwaar zijn. In de eerste drie maanden na de transplantatie is de kans op afstoting het grootst. Een spannende periode, ook voor de mensen om je heen. Ook na deze periode vinden sommige mensen het lastig om op hun nieuwe orgaan te vertrouwen. Met anderen erover praten kan helpen. Als je denkt dat er afstoting is, neem dan contact op met uw transplantatieteam. Afstotingsverschijnselen hoeven niet te betekenen dat je je nieuwe orgaan verliest: vaak stopt verandering in de medicatie de afstoting.
Een nieuw evenwicht
Een transplantatie (en de zware periode die eraan voorafgaat) is moeilijk voor het hele gezin. Patiënten vertellen dat het hun gezinsleven voorgoed heeft veranderd: ze genieten meer van het leven en van elkaar. Maar als iemand die ernstig ziek was ineens weer veel meer (zelf) kan, is dat voor iedereen wennen. Partners moeten een nieuw evenwicht zien te vinden in hun relatie. Het kan goed zijn hier al vóór de operatie over te praten.
Bedankbrief
Het is mogelijk om een bedankbrief te schrijven om de familie van de donor te bedanken. Dat kan anoniem en via de Nederlandse Transplantatie Stichting of de orgaandonatiecoördinator. Zij zorgen er dan voor dat de brief op de juiste plek terecht komt.
Meer informatie
Vragen over je persoonlijke situatie? Overleg dan met je behandelend arts.