Tom was een sociale man met een druk leven, vertelt zijn moeder Elly Visser. ‘Naast zijn gezin en baan runde hij met kameraden een café, hij was altijd bezig. Hij had ook een grote passie voor voetbal, die heeft hij van mij geërfd. Meer dan twintig jaar lang gingen Tom en ik samen in Enschede naar ‘ons clubje’, FC Twente. Daar waren ook altijd zijn vrienden. Die zeiden dan: hé moeders, ben je er ook weer? Heel gezellig.’
‘Mensen hadden zijn koplamp zien zwabberen’
Op een winteravond begin 2020 kreeg Tom een zwaar ongeluk. ‘Midden in de nacht ging de bel. Er stonden twee agenten voor de deur, ik schrok enorm. Ze vertelden dat Tom in het ziekenhuis lag en er slecht aan toe was. Niemand weet waarom hij is gevallen. Onderweg naar het ziekenhuis zagen we strooiwagens, dus misschien is hij uitgegleden. Mensen hadden zijn koplamp zien zwabberen en hem daarna op de weg aangetroffen.’
‘Ik hield zijn hand vast, aaide zijn wang’
Dagenlang leefden Elly, haar man en hun schoondochter tussen hoop en vrees. ‘We zaten aan zijn bed, hielden zijn hand vast, aaiden zijn wang. Mensen uit het medisch team zeiden dat hij een gezonde kerel was en er misschien doorheen zou komen, daar hielden we ons aan vast. Maar na een paar dagen werd de druk in zijn hoofd te groot, hij had geen levenskansen meer. Niet te bevatten.’
‘Ik hóórde het hem gewoon zeggen’
Tom stond niet in het Donorregister. Zoals dat vóór de invoering van de nieuwe donorwet nog gebeurde, moest de familie beslissen over donatie. Dat was moeilijk, zegt Elly. ‘We hadden al veel te verwerken gehad. De arts liet ons erover nadenken en toen hij terugkwam, zei ik: stel dat we het Tom nu zouden kunnen vragen. Dan zou hij zeggen: als ik niet meer te redden ben, dan wil ik anderen helpen. Ik hóórde het hem gewoon zeggen. Iedereen was het ermee eens.’
‘Hij heeft anderen weer levenskansen gegeven’
‘Het medisch team heeft ons aan alle kanten bijgestaan,’ vertelt Elly. ‘Dat was bijzonder. En we hebben Tom in zijn bed naar de deur van de OK gebracht voor de uitname-operatie. Toen we hem daar nog een kus gaven, deed iedereen een stap naar achteren. Het was heel waardig.’
‘Tom heeft zijn hart, longen, lever en nieren gedoneerd en alle transplantaties zijn geslaagd. Dat is erg mooi om te weten. Dat hij er anderen weer levenskansen mee heeft gegeven, is voor ons een grote steun.’
Er hebben 700 mensen afscheid van hem genomen’
Toms afscheid was overweldigend, zegt Elly. ‘Zijn vrienden hebben alles geregeld. Dat was prachtig. Ze hebben een bedrijfshal onherkenbaar gemaakt en schitterend ingericht. En ze hebben zelf Toms kist gemaakt. Een bevriende bloemist maakte bloemstukken, een andere vriend drukte de kaart met een mooie tekst. Bij alles hebben ze ons en onze schoondochter betrokken. Er zijn 700 mensen geweest, enorm indrukwekkend. En bij zijn crematie later die middag waren ook 100 mensen. Gelukkig dat we dit vóór corona zo hebben kunnen doen.’
Bij een thuiswedstrijd van FC Twente werd Tom ook herdacht. ‘De club ontving ons en we mochten op de eretribune zitten. Op zijn stoel hadden zijn vrienden een sjaal gelegd met een pilsje erop, en toen de foto van Tom op het scherm verscheen, ging iedereen staan. Na afloop kreeg mijn kleinzoon kreeg een bal, een shirt en handtekeningen van de spelers. Heel indrukwekkend allemaal.’
‘Ik hoop troost te vinden in het stadion’
Het verdriet is nog te groot, maar op termijn hoopt Elly troost te vinden bij Toms stoel in het stadion van FC Twente. ‘Dat heb ik echt nodig. Ik vind het moeilijk om op de plaats van het ongeluk te komen. En in het stadion kwam Tom zo graag.’
Het contact met de buitenwereld is ook niet makkelijk, ervaart ze. ‘Toen in maart corona uitbrak, was dat vreselijk, de muren kwamen op ons af. Ook los daarvan blijven er mensen weg. En sommigen vragen me: het zal toch inmiddels wel beter met je gaan? Ze hebben geen idee hoe hartverscheurend het is om je zoon te verliezen.’