‘Tegen mijn 27ste kwam ik Frank tegen. Hij zette heel mijn leven op zijn kop. Door zijn humor en nuchtere verstand was ik meteen hoteldebotel. We trouwden, en toen we kinderen kregen, wilde ik van alles regelen, zoals een testament. En ik wilde onze keuzes voor donor zijn vastleggen. Frank zei: ze mogen alles van me hebben, ik gebruik het dan toch niet meer.’
‘Ik dacht meteen: dit is einde oefening’
‘Vanaf 1994 runden we een drukke horecazaak met veel personeel. We hadden het goed. Een tijd later ging het mis. Frank was al een paar dagen niet lekker, en in de bedrijfskeuken riep hij op een rare manier onze zoon naar beneden. In één blik zag ik dat het helemaal fout zat met Frank. Waarom weet ik niet, maar ik dacht meteen: dit is einde oefening. Hij was in de war en ook opstandig, maar mijn zoon en ik kregen hem op de vloer. Ik nam Frank in mijn armen en riep dat ik van hem hield. Toen brabbelde hij tegen mij: blijf rustig. Op een vreemde manier werd ik ook rustig. Dat is het laatste wat Frank tegen me heeft gezegd.’
‘Met gillende sirene gingen we door de spits’
‘Onze zoon had 112 gebeld. Intussen kwam de huisarts, die zei dat Frank een hersenbloeding had gehad. Terwijl de ambulance kwam, pakte ik spullen voor Frank en regelde personeel voor die avond, en onze zoon belde tegelijk onze dochter. Met vliegende vaart gingen we naar het ziekenhuis in onze woonplaats, waar de neuroloog vertelde dat Frank naar het ziekenhuis in de stad moest. Vervolgend reed de ambulance met gillende sirene door de spits, er was geen doorkomen aan. Als ik nu sirenes hoor, voel ik die pijn weer... Daar aangekomen trok ik mijn schoenen uit en rende op blote voeten achter de brancard aan. Na onderzoek vertelden de artsen dat Franks hersenstam door de hersenbloeding ernstig was beschadigd.’
‘We hadden een afsluiting nodig’
‘De volgende dag heb ik Frank de hele dag geknepen. Mijn schoonzusje werd boos om de blauwe plekken van het knijpen, maar ik móést weten of hij nog iets voelde. Hij reageerde nergens meer op. Die avond heb ik aangegeven dat Frank geregisterd donor was. De zondag daarop hebben we met de familie en zijn kameraden een afscheidsdienst op zijn kamer gehouden, omdat we een afsluiting nodig hadden.’
‘Laat uit deze rotsituatie iets goeds voortkomen’
‘De volgende nacht, toen ik na al dat nachtbraken thuis eindelijk een goede nacht kon maken, werd ik om 4 uur wakker gebeld: Frank had opnieuw een hersenbloeding gehad. Een paar uur later volgde hét gesprek met de arts: Frank had geen overlevingskans meer en de arts vroeg of ik de donatie wilde doorzetten. Ik antwoordde: ja, laat uit deze rotsituatie dan nog maar iets goeds voortkomen. Dit was Franks wens. Zodoende werd kort daarna de donatie in gang gezet. Na zijn overlijden heb ik Frank zelf afgelegd, samen met zijn broertje. Hij zag er mooi uit. Het litteken van de donatieoperatie was afgeplakt, en van de donatie van zijn hoornvliezen zag je ook niks. Het was allemaal heel netjes gedaan.’
‘Mij en de kinderen gaf de donatie een goed gevoel’
‘Frank heeft 5 mensen kunnen helpen met zijn nieren, lever en hoornvliezen, en 2 hartkleppen zijn ingevroren voor latere transplantatie. Voor mij en de kinderen gaf zijn donatie een goed gevoel, ondanks al ons verdriet. Het is fijn om te weten dat hij daar goed aan heeft gedaan. Frank was de gangmaker in mijn leven, die me jammer genoeg na bijna 20 jaar moest verlaten. Als ik aan hem denk, krijg ik een glimlach op mijn gezicht. Ik hoop dat dit ook geldt voor de ontvangers.’