‘De ernst drong niet tot me door’
Er passeerden twee fietsers die toevallig op de IC in Venlo werkten. Yvonne: ‘Ze zagen aan Fleurs pupillen dat ze hersenletsel had. Maar ik dacht: ze ademt, dat is een goed teken.’ Er volgde een hectische toestand met een traumahelikopter en een ambulance. ‘Toen ze tegen ons zeiden dat het zeer ernstig was, dacht ik nog: als ze niet meer kan lopen, gaat ze wel naar rolstoeldansen. Zelfs toen we hoorden dat ze niets meer voor Fleur konden doen, kwam het niet binnen door de shock.’
‘Ze had pas les gehad over donatie’
Orgaandonatie kwam al snel aan de orde. Ed: ‘Daar hoefden we niet over na te denken. Toen wij 21 waren, stond een kennis op de wachtlijst voor een transplantatie, maar er kwam geen hart, ze overleed. Toen hebben we ons als donor geregistreerd. Haar zoon met dezelfde aandoening heeft pas een nieuw hart gekregen.’ Yvonne vult aan: ‘Een paar weken voor Fleurs ongeluk had ze op school nog les gehad over orgaandonatie. Ze wilde alles doneren, had ze gezegd, behalve haar ogen, want daar had ze haar hele leven door gezien. Raar als je bedenkt wat er kort daarna gebeurde.’
‘We zagen zelf dat Fleur nergens op reageerde’
De hele dag na het ongeluk werden onderzoeken gedaan. Ed: ‘We waren overal bij en zagen dat Fleur nergens meer op reageerde. Voor ons kloppen die spookverhalen over hersendood en donatie niet, dat hebben we met eigen ogen gezien. En we dachten dat donatie routine was, maar dat lag anders. Degene die ons bijstond, had in zijn 8 jaar ook nog nooit meegemaakt dat een kind ging doneren. Hij worstelde met zijn emoties.’
‘Het mocht geen 10 uur worden’
Yvonne: ‘De volgende nacht hebben we tegen Fleur aan geslapen. In alle ellende was het een cadeautje dat we haar nog even bij ons hadden. De ochtend daarop ging ze om 10 uur naar de OK. Dat was het moeilijkste moment in mijn leven. Maar we kregen Fleur heel mooi terug, met alleen een smalle pleister.’
Pas tijdens het nazorggesprek in het Radboudumc brak Yvonne echt. ‘We gingen even naar de kamer waar Fleur had gelegen. Toen ik de klok zag, stortte ik in. Die hele nacht heb ik op die klok gekeken en afgeteld, want ik wilde niet dat het 10 uur zou worden.’
‘Er zit een gat in ons hart’
Yvonne: ‘Kort na Fleurs dood waren we vooral moe. Ik kon niet mee in de snelheid van het leven. En ook na 1,5 jaar blijft het moeilijk. Er zit een gat in ons hart, het voelt als een amputatie. Het verdriet zit in alledaagse dingen, zoals nog maar voor drie mensen wassen. En de doos met carnavalskleren opendoen. Heel confronterend. Maar we beseffen dat Fleur voluit heeft geleefd, al was het kort. En haar vriendinnetjes zijn allemaal gaan paardrijden. Iedereen vond dat te duur, net als wij, maar het kan zomaar afgelopen kan zijn.’
Meike vertelt: ‘Ik vroeg of papa en mama nu minder bang zijn voor de dood, en toen zeiden ze dat ze dan bij Fleur zouden zijn. Ze hebben ook minder te verliezen, want hun ergste nachtmerrie is waarheid geworden.’
Na 6 weken kregen ze een brief waarin stond welke transplantaties geslaagd waren. ‘Toen waren we ontzettend trots op onze kanjer,’ zegt Ed. ‘Fleur heeft 5 mensen een beter leven gegeven met haar organen. Van een van de ontvangers hebben we een bedankbrief gekregen. Heel ontroerend, prachtig.’