Waarom heb je een kunstoog gekregen?
‘Ik zat in de wachtkamer bij de tandarts en zag met mijn rechteroog ineens maar een deel van het schilderij aan de muur. De rest van de dag was ik er niet zo mee bezig, maar ’s avonds las ik op internet dat je bij oogproblemen snel moet handelen. Via de huisartsenpost en de oogarts belandde ik de volgende dag in het oogziekenhuis in Rotterdam. In mijn oog zat een melanoom, een kwaadaardige tumor. Die moest er zo snel mogelijk uit. In mijn geval zou het oog door bestraling blind worden en er lelijk uitzien, en de kans op blijvend veel pijn was groot, dus een prothese was het beste. De week erna werd ik geopereerd.’
Wat een achtbaan! Hoe ging dat verder?
‘Ik had vooral vragen. Waarom ik dit niet eerder had gemerkt, hoe ernstig het was, of ik nog kon autorijden, hoe het met mijn werk moest... Ik ben communicatieadviseur. Zouden mensen me nog als professional zien of zien ze in eerste instantie iemand met een gek oog? En ik moest het onze zoon van elf vertellen. Mijn man en ik hebben overal ontzettend goede begeleiding bij gehad. Dat was goud waard.’
Het oog ziet er vrij natuurlijk uit
‘Het valt inderdaad niet altijd op. Ongelofelijk hoe mooi ze een oog kunnen namaken. Dat is ontzettend verfijnd handwerk. Als ik opzij kijk, draait het oog ook een stukje mee. Dat kan omdat ze spiertjes hebben verbonden aan het donoroogwit.’
Hoe ervaar je het om oogwit van een donor te hebben?
‘In de gesprekken vooraf is waarschijnlijk wel gezegd dat ik donorweefsel zou krijgen, maar er ging toen zo veel langs me heen. Bij de controle begreep ik het pas goed. Ik dacht: wauw, wat een bijzonder geschenk! Als tiener was ik al een fanatiek voorstander van donatie en droeg ik een papieren codicil bij me. Maar bij de online registratie had ik voor mijn ogen ‘nee’ aangevinkt. Stom natuurlijk.’
Waarom ben je van gedachten veranderd?
‘Achter de ‘nee’ zaten sentimentele redenen. Ik dacht: ogen zijn de spiegels van je ziel. Maar ik ben mijn donor zo dankbaar. Ik zou het hypocriet vinden als ik wel zou ontvangen, maar niet zou geven. Mijn ’ja’ is er een uit overtuiging en uit dankbaarheid. Veel mensen sluiten bij hun registratie de ogen uit, terwijl de oogarts vertelde wekelijks donoroogwit te gebruiken. Extra belangrijk dus dat er genoeg beschikbaar is. Voor mij een dubbele reden om ‘ja’ aan te vinken.’
Is het leven anders met een kunstoog?
‘Het is wennen. Op plekken met veel visuele informatie is het wel eens lastig en ik steek soms de mascararoller naast de huls. Maar de kwaliteit van leven met één oog is prima. Het scheelt ook dat ik het gevoel heb dat het niet erg opvalt. Mede dankzij het weefsel van de donor ziet het er heel natuurgetrouw uit. Daar ben ik enorm dankbaar voor.’