Bedankbrieven schrijven en ontvangen
Debbie heeft al talloze bedankbrieven geschreven, maar er nooit een verstuurd. Ze legt Stephan uit waarom het tot nu toe nog niet gelukt is ze te versturen.
Stephan: 'Waarom vind je het moeilijk om jouw bedankbrief te versturen?'
Debbie: 'Ik ben dankbaar omdat mijn leven verder mag gaan, dat ik niet tussen nu en een half jaar kom te overlijden. Maar het is lastig om die dankbaarheid in duidelijke woorden op papier te krijgen. Dit terwijl ik heel vaak aan mijn donor denk. Als wij op vakantie zijn of iets moois meemaken, dan zeg ik vaak tegen mijn man: 'zonder mijn donor was dit niet mogelijk geweest'. Ik brand ook vaak een kaarsje voor mijn donor, omdat ik wil dat er aan de donor gedacht wordt. Elk jaar op de transplantatiedag heb ik ook gemengde gevoelens. Ik ben heel dankbaar, en we eten taart omdat er weer een jaar bijgekomen is. Maar ik voel ook dat verdriet. Dit zou ik allemaal willen delen. Maar ik vraag me steeds af: is mijn brief wel goed genoeg?'
Stephan: 'Dat is eigenlijk geen vraag die jezelf moet stellen, want het is altijd goed genoeg. Altijd! Het is supermooi om te horen dat iemand verder kan. Het maakt echt niet uit wat je schrijft.'
Debbie: 'Hoe was het voor jou om een bedankbrief te krijgen?'
Stephan: 'Onze familie kreeg een bedankbrief van de ontvanger van de lever. Ik heb nog nooit zo’n rare mix van emoties gehad als toen ik die brief las. Ik was boos, jaloers, verdrietig, superblij dat het gelukt was, dat die ontvanger zijn kleinkinderen kon blijven zien.'
Debbie: 'Zou je het waarderen als je nu, na 9 jaar pas zo'n een brief zou krijgen? Dat vraag ik me nu af, omdat het al een tijd geleden is.'
Stephan weerlegt die twijfel: 'Absoluut. Het is alleen maar mooi dat jij lang met een orgaan kunt leven, dat je daar gelukkig mee bent. Je vertelde dat je kinderen hebt gekregen na je transplantatie. Ik gun je dat, het is supercool dat het kan.'
Debbie: 'Wat vind je ervan dat je niet van alle ontvangers een bedankbrief kreeg?'
Stephan: 'Ik begrijp dat het doodeng is om zo’n brief te schrijven, je weet niet wat je mensen aandoet. Maar ik weet ook niet of de andere twee ontvangers nog leven. Dat houdt me af en toe wel bezig, maar ik snap het ook. Het fijne aan dit systeem is dat je de keuze hebt. Het is niet verplicht, het is jouw leven. Mijn vader heeft organen weggegeven. Die zijn niet meer van hem, maar van de persoon die ze heeft ontvangen. Die moet ermee doen wat ie wil. Daar wil ik geen controle over hebben.'